Honderden,
nee duizenden
krioelen door elkaar
op zoek (en men denkt gevonden)
naar het juiste spoor.
Hun ideeën, dromen, idealen,
lang geleden reeds ontspoord,
– achter zich gelaten
met de komst van het “witte boord” –
schieten snel voorbij
en leven slechts nog in gedachten,
want wie zit daar immers op te wachten?
Het “grote geld” wacht bij hun aankomst
aan de andere zijde van het spoor
en zo gaat dat aangedreven leven
iedere dag weer door en door.
De treinen moeten sneller
want tenslotte “tijd is geld”
en naarmate de tocht vervolgd wordt
raken dromen zwaar bekneld.
De medemens omver gelopen op het overvol perron
om maar niet te hoeven falen;
de laatste trein nog maar te halen,
zonder enige pardon.