Een nieuwe dag is aangebroken
de doffer zit op zijn stok
totdat hij door zijn baasje
wordt meegenomen naar een hok.
Wanneer hij in het hokje kijkt
ziet hij zijn lieve ‘duivin’
en na een stief kwartiertje
krijgt de doffer échte zin.
Maar nog voordat hij kan toeslaan
haalt zijn baas hem daar vandaan,
opgesloten in een rieten mand
waarin hij net kan staan.
Ver weg van zijn geliefde
ziet hij weer blauwe lucht
en maakt zich klaar
voor een hele lange vlucht.
Een supersnelle start
om gelijk goed te beginnen
want hoe sneller hij zal vliegen
hoe eerder hij zijn vrouwtje kan beminnen.
Helaas hij strandt in ’t midden
geveld door prikkeldraad
en met een gebroken vleugel
ligt de doffer op de straat.
Toch raapt hij al zijn moed bijeen
en kijkt wat in het rond
en met veel pijn en moeite
komt de doffer van de grond.
De vleugel knaagt hem snerpend
maar zijn duifje geeft hem zijn kracht
na vele uren en meer pijn
heeft hij zijn tocht volbracht.
De doffer ziet zijn baasje
en geniet in zijn gedachten
dat hij hem zal brengen
naar zijn duifje die zit te wachten.
De doffer wordt opgepakt
en hij denkt: “Misschien?”
maar helaas in dit leven
zal hij zijn duifje nooit meer zien.