Haar gezicht viel langzaam neder
vol schaamte en verdriet
de handen nu tezamen
in de hoop dat hij nu ziet
Haar gedachten dringen door
oneindig ver en wijd
eenzaam door een corridor
van diep berouw en spijt
‘Wijs mij de weg
en ga mij voor’,
fluistert ze nu zacht
‘vergeef mij mijn gebreken
en de zonden die ik bracht’
Dan klaart haar gezicht langzaam op
en terwijl het leven wordt weggezogen
verschijnt er een licht in haar vermoeide ogen
Voor een woord van spijt
zal zij niet langer schromen
want ze voelt dat zij
in zijn wereld is opgenomen…